Résumé :
|
Het internationale systeem heeft significante veranderingen ondergaan sinds het einde van de Koude Oorlog. Nergens waren deze veranderingen sterker dan op het gebied van de internationale veiligheid. Eerder was deze internationale veiligheid een bijna exclusieve verantwoordelijkheid van de statelijke legers en nog steeds steunt een regering voor de verdediging van haar grenzen en haar vitale belangen op haar reguliere strijdkrachten. Maar met het beëindigen van de Koude Oorlog, begon men te zoeken naar ondersteuning door een nieuwe veiligheidsactor: de Private Military and Security Company (PMSC). Vandaag kent het internationale veiligheidsysteem een enorme toename van PMSC’s die opereren op het internationale toneel. Deze firma’s zijn in ieder opzicht globale actoren, die opereren op elk continent van deze planeet.1
De groei van de PMSC-industrie was nergens zo merkbaar als in de oorlogen in Irak en Afghanistan waar, de Britse en Amerikaanse overheden in het bijzonder, firma’s inhuurden zoals KBR (vroeger deel van Halliburton), Erinys, ArmorGroup (nu deel van de G4S-groep), Blackwater (later Xe genoemd, nu Academi) en Aegis. De schaal waarop deze firma’s opereerden in deze oorlogen kan men gerust immens noemen. In de Eerste Golfoorlog was er een ratio van pakweg één contractor voor elke honderd reguliere soldaten. Tegen 2008, in de Tweede Golfoorlog, was deze verhouding al gestegen tot een ratio van één tegen één.2 In Afghanistan was deze verhouding zelfs nog groter, met op een hoogtepunt een ratio van 1,6 US-employed contractors per reguliere soldaat.3 Het totale aantal van private contractors in dienst van het Department of Defense, inclusief logistieke private contractors, bedroeg ongeveer 163 000 in Irak in september 20084 en ongeveer 117 000 in Afghanistan in maart 2012.5 Het gebruik van PMSC’s is echter niet beperkt tot Irak en Afghanistan, noch zijn het enkel de V.S. en het Verenigd Koninkrijk die een beroep doen op hun diensten. Andere staten, internationale ondernemingen, NGO’s, de EU en zelfs de VN hebben ook al een beroep gedaan op PMSC’s (zie Ostensen (2013)).
|