Titre : | Deskundigenonderzoek in burgerlijke zaken |
Auteurs : | T. Lysens ; Luc Naudts |
Type de document : | Books |
Editeur : | Gent [Belgique] : Wolters Kluwer, 2010 |
Article en page(s) : | IX, 346 p. |
Collection : | Recht en praktijk, num. 62 |
ISBN/ISSN/EAN : | 978-90-465-2858-7 |
Langues: | Néerlandais |
Index. décimale : | 340.5/6 |
Catégories : | |
Tags : | Civil law ; Civil law--Belgium ; Civil law--Europe |
Résumé : |
Sinds de publicatie van de eerste editie in 2005 heeft de wetgever een aantal wijzigingen doorgevoerd. Wat zijn de belangrijkste krachtlijnen? De bepalingen uit het Gerechtelijk Wetboek in verband met het deskundigenonderzoek zijn tussen 1967 en 2007 bijna ongewijzigd gebleven. De eerste editie van ons boek was vooral gebaseerd op rechtspraak en rechtsleer omdat op een aantal punten een vrij grote kloof bestond tussen de wettekst en de dagelijkse praktijk. Dat was onder meer merkbaar bij de voorschotten, begroting en betaling van het ereloon van de deskundige. Bij de eerste wetswijziging van 15 mei 2007 wordt de afdeling van het Gerechtelijk Wetboek over het deskundigenonderzoek opgedeeld in onderafdelingen en wordt de volgorde van de artikelen herschikt. Inhoudelijk worden een aantal artikelen volledig herschreven en andere nauwelijks of licht gewijzigd al werden ze in de praktijk niet toegepast. In het algemeen wordt de controle van de rechter op de afhandeling van het onderzoek versterkt. Vroeger stelde de rechtbank een deskundige aan en soms duurde het jaren vooraleer een eindverslag werd neergelegd op de griffie. Behoudens uitzonderingen ontsnapte alles wat daartussen gebeurde aan haar aandacht. Die tijd is voorbij. Er kan een rechter aangesteld worden om het verloop van het onderzoek te controleren. Gebeurt dat niet dan is de rechtbank die de deskundige aanstelt, belast met de controle. Deze rechter zal de installatievergadering voorzitten en blijft op de hoogte van het verder verloop omdat de deskundige van iedere vergadering een verslag moet opstellen. Hij zal kunnen optreden bij de aanpassing van de opdracht, de tussenkomst van technische raadgevers, de verlenging van termijnen, de toekenning van voorschotten, de beslechting van de betwistingen, de begroting van de staat van kosten en honorarium, enz. Daarnaast is geprobeerd aan de bekende klachten over de lange duur en de hoge kostprijs tegemoet te komen. Zo mag de deskundige zelf geen voorschot meer vragen aan de partijen maar wordt het eventueel bepaald door de rechter en op de griffie of bij een bankinstelling geconsigneerd, kunnen de termijnen enkel nog verlengd worden door de rechtbank en is de vervanging van de deskundige veel duidelijker geregeld om tijdverlies te vermijden. In de praktijk bleek dat sommige bepalingen onwerkbaar waren, bijvoorbeeld de installatievergadering. Andere hadden eerder een omgekeerd effect. Zo weigerden bepaalde griffies de consignatie van de provisie terwijl de deskundige geen rechtstreekse betaling mocht aanvaarden. Een ander voorbeeld is dat bijna iedere staat van kosten en ereloon begroot moest worden na oproeping van de partijen omdat deze nalieten hun akkoord mee te delen. De wetgever heeft ingegrepen met de reparatiewet van 30 december 2009. De installatievergadering is facultatief geworden; ook bij verstek. De staat van kosten en ereloon wordt automatisch goedgekeurd als de partijen binnen dertig dagen vanaf de neerlegging door de deskundige geen opmerkingen maken. Onder druk van de deskundigen worden zij opnieuw toegelaten om hun werkzaamheden op te schorten als de provisie niet wordt geconsigneerd. Is er nu in de praktijk veel veranderd? Alleszins zijn de wetswijzigingen van die aard dat een volledige herschrijving van het boek nodig was. Quasi geen enkel artikel is ongewijzigd gebleven, al was het maar dat de nummering veranderde. Het is bij ons weten ook de eerste maal dat in een handboek het geheel van de problematiek van het deskundigenonderzoek wordt behandeld sinds de wetswijzigingen. Bepaalde discussiepunten uit vroegere rechtspraak en rechtsleer zijn volledig achterhaald. Het deskundigenonderzoek is beter gesitueerd met name als een onderdeel van een groter geheel, als een functionele bewijsprocedure. Het staat niet op zichzelf maar in functie van de oplossing van het geschil. De deskundigen voelen zich meer dan vroeger in een keurslijf gedrongen omdat zowel hun autonomie als die van de partijen werd ingeperkt. Jammer genoeg beschikken de rechtbanken niet altijd over de materiële en personele middelen om hun opdracht te vervullen. Zo ontstaat een nieuwe kloof tussen de bedoeling van de wetgever en de praktijk. Hoewel de wet uitdrukkelijk voorziet dat het voorschot moet geconsigneerd worden op de griffie zijn er nog rechtbanken die dit weigeren. Wanneer de deskundige niet tijdig zijn verslag neerlegt, moet de rechtbank hem ambtshalve ter verantwoording roepen. Een installatievergadering in raadkamer onder voorzitterschap van de rechter is een nuttig instrument om de onderzoeken tot de essentie te beperken en vanaf de eerste dag een strikte timing op te leggen. Veelal gebeurt dit alles niet bij gebrek aan middelen. Het gevolg is dat de deskundigen zich terecht beklagen over de onduidelijkheid omdat de wet door iedere rechtbank op haar manier wordt toegepast. Voor het statuut van de gerechtsdeskundige en het opstellen van officiële lijsten is er uiteindelijk geen oplossing gekomen? Inderdaad. Zowel in 2007 als in 2009 was er geen politieke meerderheid om via het opstellen van lijsten de titel van gerechtsdeskundige te erkennen. In het ontwerp was voorzien dat behoudens uitzonderingen enkel de deskundigen die voorkomen op een lijst kunnen aangesteld worden. Dit zou betekenen dat ook erkenningsvoorwaarden konden opgelegd worden. Zover is het niet gekomen. Gelukkig zijn er wel initiatieven op dat vlak. In het ressort Antwerpen heeft het hof van beroep een lijst opgesteld van alle deskundigen die worden aangesteld door de verschillende rechtbanken. Deze lijst is beschikbaar voor alle magistraten en griffies via intranet. Naast de identiteit wordt ook de specialisatie en het curriculum vitae van de deskundige ter beschikking gesteld. Het is de bedoeling op termijn tot een soort van kwaliteitscontrole te komen. Om tot een echt statuut van de deskundige te komen is nog een lange weg te gaan. Dat dit nochtans niet zo moeilijk is, wordt bewezen door de bemiddelaars, waarvoor wel een erkenningsprocedure bestaat. Hoe ziet U de evolutie in de volgende jaren? Na twee aanpassingen op korte tijd is te verwachten dat de wetgever enige rust zal inbouwen. In de praktijk zal moeten blijken hoe de wet wordt toegepast. Vooral de grote verschillen tussen de rechtbanken blijft problematisch. Het is een absolute noodzaak de praktische werking van de griffies te stroomlijnen zodat de deskundigen weten waar zij aan toe zijn. Alleszins hebben wij in deze nieuwe editie geprobeerd concreet aan te duiden welke werkmethodes aangewezen zijn in functie van de bedoelingen van de wetgever. De plaats van het deskundigenonderzoek in het geheel van het gerechtelijk recht is verduidelijkt. Alle instrumenten zijn aanwezig om het onderzoek te beperken tot wat nodig en nuttig is voor de oplossing van het geschil. Wanneer deskundigenonderzoeken nu nog jaren zouden aanslepen, is dat wegens de hoge graad van complexiteit ofwel omdat de partijen en de bevoegde rechter dit tolereren. Hoewel de huidige wetgeving niet perfect is, biedt zij voldoende mogelijkheden om het deskundigenonderzoek te laten zijn wat het moet zijn, met name een nuttig en efficiënt hulpmiddel in de beslechting van burgerlijke geschillen. |
Exemplaires (1)
Code-barres | Cote | Support | Localisation | Section | Disponibilité |
---|---|---|---|---|---|
523.060-EXT | n.c. | Book | Evere | DG Jur | Disponible |